begraafplaats reglement
begraafplaats reglement
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. ..........................................................................................3
Artikel 1 Begripsomschrijvingen .............................................................................................3
Artikel 2 Beheer ......................................................................................................................4
Artikel 3 Administratie ............................................................................................................4
Artikel 4 Register.....................................................................................................................4
Artikel 5 Tarieven ...................................................................................................................4
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats ..................................................4
Artikel 6 Openstelling begraafplaats.......................................................................................5
Artikel 7 Ordemaatregelen .....................................................................................................5
Artikel 8 Plechtigheden ...........................................................................................................5
Artikel 9 Bijzondere werkzaamheden .....................................................................................5
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging. .........................................................................5
Artikel 10 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf ..............6
Artikel 11 Over te leggen stukken...........................................................................................6
Artikel 12 Tijden van begraven en asbezorging. .....................................................................6
Hoofdstuk 4 Graven, urnnissen en grafrechten ........................................................................7
Artikel 13 Begrenzing grafrechten ..........................................................................................7
Artikel 14 Soorten graven en termijnen .................................................................................7
Artikel 15 Grafkelder...............................................................................................................7
Artikel 16 Recht op een particulier graf of urnennis ..............................................................7
Artikel 17 Vervallen uitsluitend recht .....................................................................................7
Artikel 18 Verstrijking en verlenging termijn partivulier graf of urnennis. ............................8
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten ...................................................................8
Artikel 20 Afstand doen van graven en urnennissen ..............................................................8
Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen ...................................................................................................9
Artikel 21 Toestemming grafbedekkingen en afdekking urnennis.........................................9
Artikel 22 Grafbeplanting........................................................................................................9
Hoofdstuk 6 Onderhoud ..........................................................................................................10
Artikel 23 Onderhoud door het college ................................................................................10
Artikel 24 Onderhoud graven door de rechthebbende. .......................................................10
Hoofdstuk 7 Ruiming ...............................................................................................................11
Artikel 25 Ruiming van graven en urnnissen ........................................................................11
Hoofdstuk 8 In stand te houden historische graven en opvallende grafbedekking..............11
Artikel 26 Bijhouden lijst .......................................................................................................11
Hoofdstuk 9 Klachten ...............................................................................................................11
Artikel 27 Indienen en afhandelen klachten .........................................................................11
Hoofdstuk 10 Overgang- en slotbepalingen............................................................................12
Artikel 28 Inwerkingtreding ..................................................................................................12
Artikel 29 Overgangsbepalingen .......................................................................................... 12
Artikel 30 Geschillen .............................................................................................................12
Bijlage 1: Tarievenlijst begraafplaats Noardburgum 2024 en 2025 ......................................13
Bijlage 2: Nadere regels voor grafmonumenten op begraafplaats ...................................... 14
3
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit reglement verstaat onder:
Administrateur: degene die door het college belast is met verzorgen administratie van de begraafplaats.
Afdekking urnennis: afdekplaat voor een urnennis in de urnenmuur.
Akte van uitgifte: overeenkomst waarin een grafrecht wordt toegekend.
Asbus: bus ter berging van de as van een overledene.
Beheerder: degene die door het college belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats.
Begraafplaats: het kerkhof achter de kerk met adres Rijksstraatweg 15 Noardburgum, in eigendom van de
Protestantse Gemeente Noardburgum.
Bijzetten:
a. het begraven van een overledene in een particulier graf waarin reeds een overledene is begraven;
b. het begraven van een asbus in een particulier graf waarin reeds een overledene is begraven.
c. het plaatsen van een asbus/urn in een particuliere urnennis waarin reeds een asbus is geplaatst.
College: het College van Kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente Noardburgum.
Gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen
kettingen en hekwerken.
Grafbedekking: gedenksteen en/of winterharde beplanting op een graf.
Grafbeplanting: winterharde beplanting die door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.
Grafrusttermijn: de periode waarin een lijk niet opgegraven mag worden, behoudens toestemming van de
wettelijk bevoegde autoriteit. Deze periode bedraagt voor de gehele begraafplaats 20 jaar.
Particulier graf (eigen of familiegraf): een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
a. het doen begraven en begraven houden van lijken;
b. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen .
Particuliere (eigen) urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het
uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
Rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een
particulier graf of een particuliere urnennis.
Ruimen: het leegmaken van een graf, waarbij de overblijfselen opnieuw ter aarde worden gesteld;
Uitgiftetermijn (graftermijn): de termijn gedurende welke men het uitsluitend recht heeft:
a. een lijk te doen begraven en begraven te houden.
b. een asbus/urn in een graf of een urnennis te plaatsen.
Uitsluitend recht (grafrecht): het recht om gedurende een (on)bepaalde periode één of meer lijken in het
graf te doen begraven of begraven te houden, dan wel het bijzetten van één of meer asbussen/urnen.
Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.
Urnenmuur: een verzameling van nissen, waarvan voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om
daarin urnen dan wel asbussen te doen bijzetten.
Urnennis: een plaats voor bijzetting van urnen.4
Artikel 2 Beheer
1. Het beheer van de kerkelijke begraafplaats berust bij de Protestantse Gemeente Noardburgum,
vertegenwoordigd door het college van kerkrentmeesters. Het college wijst een beheerder aan die
de dagelijkse leiding over de begraafplaats heeft.
2. De begraafplaats is bestemd voor:
a. het begraven van stoffelijke overschotten en urnen;
b. het bijzetten van urnen;
c. het uitstrooien van as.
Artikel 3 Administratie
1. De administratie van de begraafplaats wordt gevoerd door een door het college aangewezen
administrateur. Bij de registratie van persoonsgegevens in de administratie van de begraafplaats,
worden de vereisten van de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen.
2. De administratie registreert van alle rechthebbenden van de graven en urnen hun namen en adressen.
3. Degenen die bij de begraafplaats geregistreerd staan als rechthebbende op een graf of een urnennis,
dragen er zorg voor dat steeds hun correcte adres bij de begraafplaats bekend is.
Artikel 4 Register
1. De door het college aangewezen administrateur houdt een register bij van alle op de begraafplaats
begraven stoffelijke overschotten, bijgezette asbussen en verstrooide as, met een nauwkeurige
aanduiding van de plaats waar zij begraven of bijgezet zijn of waar de as verstrooid is, en houd t een
plattegrond van de begraafplaats bij.
2. In dit register worden ook aangetekend de reeds uitgegeven maar nog niet gebruikte eigen graven.
3. Het register en de plattegrond zijn openbaar en worden in tweevoud bijgehouden.
4. Bij een opheffing van de begraafplaats wordt het register overgebracht naar het archief van de
desbetreffende burgerlijke gemeente.
Artikel 5 Tarieven
1. Het college stelt een tarievenlijst op voor te heffen rechten voor de uitgifte van het uitsluitend recht,
het plaatsen van een gedenkteken, het verstrooien van as, het overschrijven van het uitsluitend recht,
het algemeen onderhoud van de begraafplaats, het bijzonder onderhoud van de graven, het openen en
sluiten van een graf alsmede de eventuele andere kosten die verband houden met het gebruik van de
begraafplaats of van andere ruimten en voorzieningen van de Protestantse Gemeente Noardburgum.
2. De in lid 1 genoemde tarievenlijst kan jaarlijks door het college worden herzien.
3. De geldende tarievenlijst wordt openbaar gemaakt op de website van de Protestantse Gemeente
Noardburgum en kan worden opgevraagd via begraafplaats@pkn-noardburgum.nl. De door het college
vastgestelde tarievenlijst voor de jaren 2024 en 2025 is als Bijlage 1 bij dit reglement opgenomen.
5
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 6 Openstelling begraafplaats
1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.
Kinderen beneden 12 jaren hebben slechts toegang indien zij vergezeld gaan van een volwassene.
2. Het betreden van de begraafplaats geschiedt op eigen risico. De begraafplaats is niet aansprakelijk voor
schade, van welke aard dan ook, die mocht opkomen aan personen die de begraafplaats bezoeken.
3. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten.
4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich daarop te
bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of bezorging van as.
5. Honden zijn niet toegestaan op de begraafplaats.
Artikel 7 Ordemaatregelen
1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en andere personen die werkzaamheden op de begraafplaats
verrichten, verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden voor derden
aan grafbedekkingen of afdekkingen van urnennissen op de begraafplaats te verrichten.
2. Het is verboden zonder noodzaak over graven te lopen, beplantingen te beschadigen of bloemen te
plukken.
3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die die op de begraafplaats een taak
hebben te vervullen of werkzaamheden hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de
orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
4. Degene die het in lid 2 vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in lid 3 genoemde
aanwijzingen, moeten op de eerste aanzegging van de beheerder de begraafplaats verlaten.
Artikel 8 Plechtigheden
1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats
moeten tenminste vijf dagen tevoren worden gemeld aan het college onder opgave van datum en uur
van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde,
rust en netheid houden aan de aanwijzingen van het college of de beheerder.
3. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of naar
het oordeel van het college zullen hebben, kunnen worden verboden.
Artikel 9 Bijzondere werkzaamheden
1. Het opgraven van lijken en asbussen en het ruimen van graven en urnnissen gebeurt door daartoe
aangewezen personen en bedrijven. Hierbij dienen minimaal twee personen aanwezig te zijn.
2. Bij het opgraven van lijken en het ruimen van graven en urnnissen zijn geen andere personen aanwezig
dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.6
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging en asbezorging
Artikel 10 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
1. Degene, die doen wil begraven, as in urnnis bijzetten of as doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk
twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden,
schriftelijk kennis aan de begraafplaats. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het
lijk binnen 36 uur na overlijden te begraven moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.
2. De kist of op het omhulsel van het lijk, en de asbus moeten zijn voorzien van een identiteitskenmerk.
De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats .
3. Begraving mag slechts geschieden indien het ‘verlof tot begraven’ is overgelegd aan de beheerder.
4. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder heeft vastgesteld dat het op de kist of
omhulsel opgenomen identiteitskenmerk overeenkomt met de gegevens uit het ‘verlof tot begraven’ .
5. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen bij te sluiten die niet tot de kist, het
omhulsel of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften. De materialen die
verwerkt zijn in de lijkkist, het omhulsel en de kleding van de overledene, dienen zoveel mogelijk van
natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis
voldoen, kan de beheerder een controle instellen.
6. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf
mag alleen geschieden door een door het college aangewezen grafdelver, op aanwijzingen en onder
toezicht van de beheerder. Het bedienen van hulpmiddelen, zoals graflift, mag uitsluitend geschieden
door de begrafenisonderneming of door een het college aangewezen grafdelver. De nabestaanden
kunnen deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe hebben
kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen .
Artikel 11 Over te leggen stukken
1. Begraving mag slechts geschieden indien het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
2. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de grafrusttermijn van 20 jaar is verstreken,
kan alleen plaatsvinden met toestemming van de rechthebbende en onder gelijktijdige verlenging van
de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn gelijk is aan 20 jaar.
3. Bijzetting van een asbus in een urnennis dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of,
indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 18 lid 1.
4. Het verwijderen van een asbus uit een urnennis dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken volledig en juist zijn.
Artikel 12 Tijden van begraven en asbezorging
1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot
begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende termijn
voor begraving of verbranding heeft gesteld of het college v hiervoor toestemming heeft verleend.
2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven en het bezorgen van as:
▪ Op werkdagen van 08.00 uur tot 17.00 uur.
▪ Op zaterdag van 08.00 uur tot 15.00 uur.
Het college kan in bijzondere gevallen toestemming verlenen om van deze tijden af te wijken.7
Hoofdstuk 4 Graven, urnnissen en grafrechten
Artikel 13 Begrenzing grafrecht
De begraafplaats biedt plaats aan:
a. alle inwoners van Noardburgum, ongeacht hun gezindte;
b. alle leden behorende bij de Protestantse Gemeente Noardburgum;
c. alle leden van de begrafenisvereniging van Noardburgum;
d. als men geboren is in Noardburgum en/of een binding heeft met het dorp ;
e. als men een binding heeft met de begraafplaats, bijvoorbeeld door het overschrijven van graven
of urnnissen zoals omschreven in artikel 18 lid 1 en 2 van verwanten tot en met de derde graad;
f. overige situaties met schriftelijke toestemming van het college.
Artikel 14 Soorten graven en termijnen
1. Op de begraafplaats kunnen worden onderscheiden:
a. particuliere (eigen) graven met en zonder (eigen) grafkelders;
b. particuliere urnennissen.
Op de begraafplaats zijn geen algemene graven.
2. Voor verstrooiing van as is door het college op de begraafplaats een uitstrooiveld aangewezen.
3. Het college bepaalt de afmetingen van de graven en urnnissen.
4. Graven worden uitgegeven voor een periode van 20 jaar met recht op verlenging,
urnnissen worden uitgegeven voor een periode van 10 jaar of 20 jaar met recht op verlenging.
5. De uitgiftetermijn van graven en urnennissen kan worden verlengd, overeenkomstig artikel 17 lid 3.
6. Voor de gehele begraafplaats geldt er in afwijking van de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar, een
grafrusttermijn van 20 jaar. Gedurende deze periode van 20 jaar mogen de graven derhalve niet
worden geruimd en mogen er geen bijzettingen in de graven plaats vinden, tenzij het college hiervoor
in bijzondere situaties schriftelijk goedkeuring heeft gegeven.
Artikel 15 Grafkelder
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf, indien daartoe de mogelijkheden aanwezig zijn,
een vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening en eigen risico doen aanbrengen van een
grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden. Het plaatsen van een grafkelder is
niet mogelijk voor de rijen H, F, C, B (uitgezonderd oude deel achter de kerk), D, G en J op de begraafplaats.
Artikel 16 Recht op een particulier graf of urnennis
1. Een uitsluitend recht op een graf of urnennis kan slechts worden verleend aan één meerderjarige
persoon of rechtspersoon; dit recht kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door het college wordt
een akte van uitgifte opgemaakt.
2. In de akte van uitgifte wordt de naam en het adres van de rechthebbende vermeld en voorts welk graf
of urnennis, is uitgegeven tegen welke prijs en voor welke termijn.
3. De rechthebbende op graf respectievelijk urnennis ontvangt een exemplaar van de akte van uitgifte.
4. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen /urnen er kunnen
worden bijgezet in de eigen particuliere graven en urnnissen.
Artikel 17 Vervallen uitsluitend recht
1. Een uitsluitend recht op een particulier graf of urnennis vervalt in de volgende gevallen voor het
verstrijken van de uitgiftetermijn aan het college:
a. indien gedurende drie jaren de jaarlijkse onderhoudsrechten (overgangsregeling) niet zijn voldaan;
b. overeenkomstig artikel 19 lid 3, indien binnen twee jaar na het overlijden van de rechthebbende
geen schriftelijk verzoek tot overschrijving van het uitsluitend recht is gedaan;
c. overeenkomstig artikel 20, op eigen verzoek van de rechthebbende;
d. overeenkomstig artikel 24 lid 5, bij verwaarlozing onderhoud van het graf door de rechthebbende.8
2. Na het vervallen van het uitsluitend recht als genoemd in lid 1, kan het college besluiten om het het
graf of de urennis te ruimen conform de bepalingen van artikel 26. Voor het ruimen van een graf geldt
dat dit pas mag plaats vinden na het verstrijken van de wettelijke grafrusttermijn.
Artikel 18 Verstrijking en verlenging termijn particulier graf of urnennis
1. Het recht op een particulier graf of urnennis eindigt op het moment dat de termijn is verstreken of het
recht is vervallen, dan wel de datum waarop door de rechthebbende afstand van het recht is gedaan.
2. Het uitsluitend recht op een particulier graf of urnennis wordt op verzoek van rechthebbende verlengd,
mits het verzoek is gedaan binnen twee jaar voor het verstrijken van de uitgiftetermijn.
3. Verlenging van de uitgiftetermijn van een particulier graf of urnennis geschiedt voor een periode van
10 of 20 jaar tegen de vergoeding opgenomen in de in artikel 5 genoemde tarievenlijst.
4. Het college doet omstreeks 15 maanden voor het verstrijken van de uitgiftetermijn, hiervan schriftelijk
mededeling aan de rechthebbende op het bij college bekend zijnde adres van de rechthebbende.
Hierbij wordt de rechthebbende een voorstel gedaan voor verlenging uitgiftetermijn conform lid 3.
5. Indien het adres van de rechthebbende onbekend is, of indien niet binnen drie maanden na verzending
van de lid 4 genoemde mededeling door de rechthebben om verlenging van het recht is verzocht,
maakt het college de mededeling van het verstrijken van de uitgiftetermijn bekend bij het graf of de
urnennis en op het informatiebord op de begraafplaats, tot het einde van de lopende uitgiftetermijn.
6. Verlenging van grafrechten wordt niet verleend indien het onderhoud van het graf, voor zover dit niet
tot de taak van het college behoort, naar het oordeel van de beheerder is verwaarloosd.
7. Indien het recht op een graf of urnennis door de rechthebbende niet wordt verlengd, kan het recht tot
een jaar na het verstrijken van de uitgiftetermijn alsnog worden overgenomen en verlengd door de
echtgenoot of levenspartner van overledene, dan wel bloed- of aanverwant tot en met de derde graad.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
1. Het uitsluitend recht op een graf of urnennis kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden
overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner van overledene, dan wel bloed- of
aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van
andere personen, dan de hiervoor genoemden, waaronder begrepen een rechtspersoon met een
geëigende doelstelling, is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het uitsluitend recht worden overgeschreven op naam
van de echtgenoot of levenspartner van overledene, dan wel bloed- of aanverwant tot en met de derde
graad, dan wel andere (rechts)personen indien daarvoor gewichtige bestaan, mits het verzoek hiertoe
schriftelijk wordt gedaan binnen twee jaar na het overlijden van de rechthebbende.
3. Indien binnen een jaar van de in lid 2 gestelde termijn van twee jaar geen verzoek tot overschrijving is
gedaan, maakt het college het ontbreken van een rechthebbende gedurende een jaar bekend bij het
particuliere graf of de urnennis en op het informatiebord op begraafplaats. Daarna kan het college het
uitsluitend recht van het particuliere graf of de urennis vervallen verklaren.
4. Voor overschrijving is een recht verschuldigd die is vermeld in de in artikel 5 genoemde tarievenlijst.
5. Van iedere overschrijving van het recht op een graf of een urnennis wordt aantekening gemaakt in het
artikel 4 genoemde register.
6. De nieuwe rechthebbende krijgt als bewijs van de overschrijving een nieuwe akte van uitgifte.
Artikel 20 Afstand doen van graven of urnennissen
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen
ten behoeve van het college van het recht op een eigen graf of een urnennis. Van de ontvangst van
zodanige verklaring wordt een schriftelijke bevestiging aan de rechthebbende toegezonden.9
Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen
Artikel 21 Toestemming grafbedekking en afdekking urnennis
1. Voor het aanbrengen van een grafbedekking of afdekking van een urnennis of vervanging daarvan is
een door het college af te geven schriftelijke vergunning nodig.
2. Toestemming voor het hebben van de grafbedekking of de afdekking van een urnennis wordt gesteld
op naam van de rechthebbende. Bij overschrijving van het recht wordt de als dan ingeschreven
rechthebbende beschouwd als houder van de toestemming.
3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking of
de afdekking van urnennis, de aan te brengen teksten en de wijze van aanbrengen. De huidige
geldende regels hiervoor zijn opgenomen in Bijlage 2 bij dit reglement.
4. De in lid 1 bedoelde grafbedekking of afdekking van een urnennis wordt geacht voor rekening en risico
van de rechthebbende te zijn aangebracht.
5. De toestemming kan worden geweigerd of verleende toestemming kan worden ingetrokken indien:
a. niet voldaan wordt aan de door het college vastgestelde nadere regels;
b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
c. de kwaliteit van de materialen of de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;
d. meer dan één gedenkteken op een graf of twee bij elkaar behorende graven wordt geplaatst.
e. voor de rijen H, F, C, B, D, G en J op de begraafplaats zal geen toestemming worden verleend voor
het plaatsen van een grafzerk of grafkelder, met uitzondering van rij B op het oude gedeelte.
6. Voor het plaatsen van nieuwe of herplaatsen van gedenktekens en grafmonumenten is een
plaatsingsrecht verschuldigd. Het college stelt hiervoor eenmaal per jaar de tarieven vast die worden
opgenomen in de artikel 5 genoemde te publiceren tarievenlijst.
7. Rechthebbende is verplicht de - door welke omstandigheden ook - aan een gedenkteken of grafkelder
toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze
naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.
8. Indien naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die direct gevaar oplevert voor het
omvallen of inzakken van een gedenkteken of grafkelder, kan de beheerder direct maatregelen treffen,
voor rekening en risico van de rechthebbende
9. Het college accepteert geen aansprakelijkheid voor schade, door welke oorzaak ook ontstaan, aan de
grafbedekking, de afdekking van de urnnis of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt.
Wel is de grafbedekking en de afdekking van de urnennis verzekerd tegen vandalisme.
Artikel 22 Grafbeplanting
1. Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de
beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, worden verwijderd.
Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden
van de rechthebbende, indien deze tevoren daartoe een verzoek heeft gedaan bij de begraafplaats.
2. Beplanting, die niet op het graf is geplaatst, is eigendom van de begraafplaats en kan verwijderd
worden zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Hoofdstuk 6 Onderhoud
Artikel 23 Onderhoud door het college
1. Teneinde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaats, de graven en de
urnenmuren waarin door het college wordt voorzien te dekken, worden rechten geheven conform de
in artikel 5 genoemde tarievenlijst.
2. Het college is belast met het onderhouden van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het
onderhoud aan de urnenmuren en de paden, het maaien van het gras, het verwijderen van takken,
bladeren en afval, het verzorgen van de algemene beplanting als heggen, bomen en de watergangen .
3. Het college belast zich tevens met het algemene onderhoud van de graven, waaronder wordt verstaan
het maaien van het gras tussen de graven en het verwijderen van takken, bladeren en afval op het graf.
4. Het college is niet aansprakelijk voor schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan de grafbedekking,
de afdekking van de urnennis of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt. Wel is de
grafbedekking en de afdekking van de urnennis door de begraafplaats verzekerd tegen vandalisme.
Artikel 24 Onderhoud graven door de rechthebbende
1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder
wordt verstaan het meer dan algemene onderhoud als bedoelt in artikel 23 lid 3, zoals het snoeien van
de blijvende grafbeplanting, het schoonhouden van het gedenkteken, steenhouwwerkzaamheden
(herstel en vernieuwing), onderhoud aan hekwerken en afscheidingen en dergelijke, het kleuren en
bijwerken van opschriften en het verzorgen van de graftuintjes en niet blijvende grafbeplanting.
2. Het college kan op verzoek van de rechthebbende het onderhoud van de grafbedekking bij schriftelijke
overeenkomst voor een bepaalde tijdsduur overnemen, tegen betaling van het hiervoor in de in artikel
5 genoemde tarievenlijst vermelde bedrag. Onder onderhoud grafbedekking wordt hier verstaan het
snoeien van de blijvende grafbeplanting en het schoonhouden van het gedenkteken. Het opnieuw
stellen na verzakking, alsmede steenhouwwerkzaamheden (herstel en vernieuwing), onderhoud aan
hekwerken en afscheidingen en dergelijke, het kleuren en bijwerken van opschriften en het verzorgen
van graftuintjes en niet blijvende grafbeplanting blijven voor rekening van de rechthebbende.
3. Ingeval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf, kan het college, voor
zover de plicht tot onderhoud niet bij het college ligt, deze verwaarlozing in een schriftelijke verklaring
vastleggen en toezenden aan de rechthebbende. Rechthebbende dient binnen 3 maanden na
ontvangst van deze verklaring in het onderhoud van het graf te voorzien.
4. Indien het adres van de rechthebbende niet bekend is, of indien na verzenden van de schriftelijke
verklaring genoemd in lid 3 na drie maanden van de rechthebben nog geen reactie is ontvangen,
maakt het college de verklaring bekend bij het graf en op het informatiebord op de begraafplaats,
gedurende een periode van vijf jaar dan wel totdat eerder in het onderhoud van het graf is voorzien.
5. Indien toepassing is gegeven aan lid 3 of lid 4 en niet alsnog in het onderhoud van het graf is voorzien,
vervalt het uitsluitend recht op het graf aan het college op het moment dat de periode van vijf jaar als
bedoeld in lid 4 is verstreken, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige schadevergoeding.
6. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het
college van kerkrentmeesters na 6 maanden de grafbedekking geheel of gedeeltelijk doen verwijderen.
Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van rechthebbende en vervalt daarna
aan het college, zonder dat de rechthebbende recht heeft op enige vergoeding.
11
Hoofdstuk 7 Ruiming
Artikel 25 Ruiming van graven en urnnissen
1. Met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de Lijkbezorging en overige toepasselijke
regelgeving, alsmede de bepalingen gesteld in dit reglement, kan het college besluiten graven en
urnennissen te doen ruimen, mits dit gebeurt door daartoe aangewezen personen of bedrijven.
2. Ruiming van een particulier graf of een urnennis waarop uitsluitend recht van toepassing is, kan
uitsluitend met toestemming van de rechthebbende.
3. Van het voornemen tot ruiming na afloop van het uitsluitend recht, wordt tenminste een jaar
voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of de urnnis zal worden geruimd, schriftelijk mededeling
gedaan bij het college bekend zijnde adres van de laatste voormalige rechthebbende van het recht.
4. Daarnaast maakt het college het voornemen tot ruiming na afloop van het uitsluitend recht tenminste
een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of de urnnis zal worden geruimd, gedurende
een jaar bekend bij het graf of de urnennis en op het informatiebord op de begraafplaats.
Gedurende dat jaar kan een nabestaande bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, het
uitsluitend recht alsnog overnemen en verlengen en komt de voorgenomen ruiming te vervallen.
5. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en bij de
ruiming van een urnennis aanwezige as wordt verstrooid op het uitstrooiveld op de begraafplaats.
6. Nabestaanden van een overledene van wie een asbus in een graf of urnennis is geplaatst of bijgezet,
kunnen het college vragen om de asbus gedurende drie maanden ter beschikking te houden om elders
bij te zetten of om de as te doen verstrooien. Indien de asbus na deze drie maanden niet is opgehaald,
vervalt de asbus aan het college en wordt de as uitgestooid op het uitstrooiveld op de begraafplaats.
7. Op grond van een daartoe ingediend verzoek blijft de grafbedekking na verwijdering nog drie maanden
ter beschikking van degene aan wie toestemming was verleend om de grafbedekking te plaatsen.
Het verzoek daartoe kan worden ingediend vanaf een jaar voordat het graf zal worden geruimd.
8. De grafbedekking vervalt aan het college, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is, indien:
a. geen verzoek op grond van lid 4 is ingediend.
b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd is afgehaald.
Hoofdstuk 8 In stand te houden historische graven en opvallende grafbedekking
Artikel 26 Bijhouden lijst
1. Het college houdt een lijst bij van de graven die van historische betekenis zijn of waarvan de
grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking
komen op de in lid 1 genoemde lijst te worden bijgeschreven.
3. Het college beslist in overleg met de kerkenraad over het ruimen van graven en het verwijderen van
grafbedekkingen die op de in lid 1 genoemde lijst staan.
Hoofdstuk 9 Klachten
Artikel 27 Indienen en afhandelen klachten
1. Rechthebbenden en andere bij de begraafplaats enig belang hebbende personen en leden van de
Protestantse Gemeente Noardburgum, kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van
feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.
2. Het college beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Het college kan deze termijn met
ten hoogste dertig dagen verlengen.
3. Het college brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager.
12
Hoofdstuk 10 Overgang- en slotbepalingen
Artikel 28 Inwerkingtreding
1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024.
2. Het reglement voor het beheer van de kerkelijke begraafplaats van de Protestantse Gemeente
Noardburgum vastgesteld op 7 januari 2013 wordt op die datum ingetrokken.
Artikel 29 Overgangsbepaling
Bij de inwerkingtreding van dit reglement vervallen de voordien bestaan hebbende voorschriften en
bepalingen op dit gebied, behoudens eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit
reglement, voorzover niet in strijd met de wettelijke bepalingen.
Artikel 30 Geschillen
1. Ingeval van verschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin het reglement niet
voorziet, beslist het college.
2. Wijziging van dit reglement kan uitsluitend plaats vinden door een besluit van het college.
Aldus vastgesteld door het college van kerkrentmeesters in haar vergadering van 9 maart 2024, onder de
bepaling dat dit reglement met terugwerkende kracht per 1 januari 2024 in werking treedt.
Namens de Protestantse Gemeente Noardburgum,
Het College van Kerkrentmeesters:
J. van der Wal E. van Akker-Kempenaar
Voorzitter Lid
13
Bijlage 1: Tarievenlijst begraafplaats
Vergoedingen in € 2024 2025
Recht op een particulier graf
Graf zonder grafsteen en grafzerk 1.530 1.630
Graf met grafsteen en/of grafzerk 1.913 2.038
Bedragen inclusief 20 jaar onderhoud begraafplaats,
en verzekering graf en gedenktekens tegen vandalisme.
Plaatsingsrecht over aankoopsom grafmonument 17% 17%
Recht op een urnennis in urnenmuur
Uitgifte urennis voor 10 jaar 500 550
Uitgifte urennis voor 20 jaar 956 1.019
Bijzetting urn in urnennis 125 150
Verstrooien van as 105 105
Bedragen inclusief onderhoud begraafplaats,
en verzekering afdekplaat tegen vandalisme.
Graf delven en dichten
Normaal graf 650 700
Graf met grafkelder 850 900
Kindergraf of urnengraf 325 350
Openen grafkelder 125 150
Overschrijven grafbewijs of afgifte duplicaat 50 50
Onderhoud begraafplaats en graven
Jaarlijks onderhoud bij verlenging graven (uitloop) 50 55
10 jaar vooruitbetaling bij verlenging 450 475
20 jaar vooruitbetaling bij verlenging 875 925
Idem 20 jaar inclusief jaarlijkse schoonmaak gedenkteken,
snoeien grafbeplanting en aanharken graf 1.700 1.850
Diensten Protestantse Gemeente
Huur kerk (kerkleden 50%) 410 435
Huur verenigingsgebouw (kerkleden 50%) 190 215
Pastorale hulp eigen predikant (kerkleden gratis) 450 nvt
Organist 70 70
Koster 70 70
Klokluiden 40 40
Gebruik beamer met bediening PKN team B&G 400 425
inclusief mogelijkheid van gebruik Kerkdienst online
14
Bijlage 2: Nadere regels voor grafmonumenten op de begraafplaats
Artikel 1 Gedenktekens op graven
Voor liggende gedenktekens (grafzerken) gelden de volgende maximale afmetingen:
a. bij éénling graven: lengte 2 meter en breedte 1 meter en 20 centimeter.
b. bij dubbele graven: lengte 2 meter en breedte 1 meter en 40 centimeter.
Voor staande gedenktekens (grafstenen) en keien gelden de volgende maximale afmetingen:
a. bij éénling graven: breedte 1 meter en 20 centimeter, hoogte maximaal 100 centimeter.
b. bij dubbele graven: breedte 1 meter en 40 centimeter, hoogte maximaal 100 centimeter.
Het staande deel van gedenkteken dient voldoende te zijn gefundeerd, dan wel voldoende ste vig te zijn
bevestigd aan het liggende deel van het gedenkteken.
Artikel 2 Aanvraag plaatsing gedenktekens
Voor het aanbrengen van een grafmonument is op grond van artikel 21 lid 1 van het geldende reglement
van de begraafplaats Noardburgum een schriftelijk vergunning nodig.
Bij de aanvraag van deze vergunning worden onder meer de volgende gegevens verstrekt:
a. de maten (lengte, breedte, hoogte en/of doorsnee) van het gedenkteken;
b. het te gebruiken materiaal, inclusief soort, kleur en bewerking;
c. het te gebruiken materiaal fundering en de wijze waarop het gedenkteken daarop wordt bevestigd;
d. een bouwtekening van voor-, zij- en bovenaanzicht waarop alle maten in cm staan.
Artikel 3 Bijzondere bepaling
Het college kan toestemming verlenen om af te wijken van deze uitvoeringsvoorschriften.
|